Er zijn weinig niet-Indische toeristen in Shattisgharth. Frank en ik vallen op in deze grote massa rondtrekkende mensen. Dit is Franks zesde reis doorheen Indië doch voor de eerste keer in deze streek. Hij zoekt een moto om door het land te kunnen reizen, maar hij heeft zich misrekend. Het is hier veel minder toeristisch en dus zijn de voorzieningen niet zo als in de toeristische streken. Het word on ook duidelijke als we een hotel zoeken. Er zijn er , weinigen hebben de toelating hebben om buitenlandse toeristen te ontvangen. En zij die dat wel hebben vragen exuberante prijzen die wel 6 maal hoger liggen dan in de toeristische streken. Ik zal 5 dagen lang met Frank optrekken, maar ik had me hem als van de eerste dag hem van me willen afschudden. Wat ik niet ontkennen is dat Frank me door deze streek loodst op een manier die ik zelf niet zou doen. Het zoeken naar een hotel ging met zijn tweeën ook wat makkelijker. Frank is nogal een zeurpiet. Een arbeider uit Frankrijk met een diplpoma bilologie op zak. Hij legt voetbalvelden aan en kan zo makkelijk een gans seizoen reizen. Hij zanikt dat hij geen moto vind, hij zanikt over de slechte wegen en dat de hobbelige busritten vreselijke zijn voor zijn slechte rug. Na zoveel jaren en nog steeds niets veranderd. Ze bouwen nog steeds scharminkelig, de tarmac voor de wegen wordt door vrouwen met kleine emmers naar de werken gedragen. Ze stutten hun huizen met bambou. Ze bouwen hun huizen zelf, maar ze kunnen morgen in elkaar vallen. Alles wat ze bouwen valt in duigen nog voor dat het af is.
De Indiërs die ik tegenkom zijn minder kritische. Ze zijn trots op hun nieuwe grote leider die welvaart voor alle Indiërs brengt, aldus Jitish Verna, een Indiër die ik ontmoet langs prachtige watervallen van Japalut. Ik zie ook watervallen in Kutusmar. Ik kom ook in de grotten van Chitrakot. Hun leider wil iedereen een toilet en een bankrekening geven om de armoedesteun op te storten en hiermee de corruptie onderuit te halen. Het zijn de Engelsen die Indie beroofd hebben, ook al hebben ze hun land uit het tribale gehaald, treinen gegeven, geïnvesteerd in Indie, het engels hierheen gebracht, ze hebben Indië beroofd. Op het verhaal van Howard reageert hij afwijkend. Moslims hebben hier te lang geregeerd. Zij en de Christenen hebben schik, want hun leider wil verandering. In Jogpalpur kom ik een jeugdleider tegen die met zijn jongeren het beeld van hun leider afstoft. Trots want hij wil Indië proper maken. Zullen die paar stofborstels het verschil maken. De Engelsen mogen hier dan wel jaren geregeerd hebben, hun queri discipline hebben ze niet overgeleverd aan de Indiërs. Wachten een lange rij kan een vervelende zaak worden in Indië. Wachten op een busticket. Of een bus opstappen. Frank kreeg er een punthoofd van. Hoe vaak heb ik hem niet mensen horen aanvallen in zijn vulgair frans taaltje. Hij kon er ook niet mee weg dat ze steeds mensen ronselen en dat ze hierdoor hun eerlijk deel in de verkoop krijgen. Zo werkt het hier. Maar is dat zo verschillend van ons systeem, met makelaar, avocaten en weet k veel van officële tussenpersonen. Zo werkt het bij ons, zo werkt het hier, Frank. Soms moet je dat gewoon een beetje aanvaarden. Dat ze eens echt werk maken van vuilnisbakken, een modern afvalbeleid, waterzuivering, zegt Frank met draaiende ogen. Hij gelooft allang niet meer in deze verandering. Soms vraag ik me af waarom Frank naar Indië komt als hij er zoveel in hekelt. Ik erger me rot aan zijn zagerige houding en zijn agressiviteit. Hij vergroot de gebreken van dit lang met zijn westerse superioriteit. Hij verwacht ook dat zijn wereld niet veranderd, het mag niet duurder worden. Hij blijft verwachten dat ze kamers voor niets verhuren. Maar hij heeft ook gelijk dat de stijgende prijzen niet voor propere kamers zorgen. Of betere bussen en wegen. Ik zie vrouwen op blote voeten, in gekleurde prachtige gewaden zand op hun hoofd naar de wegenwerken dragen. Ze smeten asflat in kleine tonnen langs de weg en spreiden die handmatig over de nieuwe aan te maken wegen. Het lijkt wel dat de weg weer stuk zal zijn nog voor hij af is. Maar Frank is onnodig agressief, hij maakt zich kwaad op hen. Snauwt hen af. Dat maakt mij ongemakkelijk, ergert me mateloos. Ik merkt dat Frank veel rustiger wordt eenmaak hij zijn joint heeft geblowd.
Ok, ze zijn opdringerig en als buitenlander zal je zeker wel een paar roepies meer betalen. Ze vragen honderd keer waar je vandaag komt of proberen je iets op te leuren. Ik kan zijn agressief gedrag niet meer aan en in Hampi zullen onze wegen scheiden.