04 – Jaloers op het leven

image_pdfimage_print

Ze houdt van zichzelf in de ogen van haar geliefdes. Waarom voelde dit zo verkeerd aan?, bedenkt Lou zich. Al schuddend met zijn spuitbussen, doet Lou een stap achteruit om zijn tekening te overschouwen. Ook al staan er nog maar weinig lijnen op de muur, de tekening is duidelijk afgelijnd in zijn hoofd. En terwijl hij zonder nadenken zijn tekening verder afwerkt, zakken zijn gedachten af naar haar naakte lichaam tijdens hun doorreis. Zijn gedachteblik herinneren haar harmonieuze masserende lichaamsbewegingen.

Ik ben jaloers op het leven, reageert zij. Hij begrijp maar nauwelijks haar gedachte. Ik kan geen afstand doen van mijn geliefdes en ze verzoekt Lou bij haar te blijven met haar beleefde liefdes. Haar hoofd valt een beetje dronken op Lou’s borst. Lou had nog maar kort geleden het besluit genomen om de onzekerheid van morgen te aanvaarden, een besluit dat leek te stroken met het ontwaken van dit liefdesverhaal. Of kwam het besluit er net omwille van deze ontmoeting. Lou beantwoord deze vraag bewust niet. Niets was nog zeker, geen blikken, geen gevoelens, geen dromen, geen geven, geen nemen, geen leven in liefde. Hij stapte in dit liefdesbad om er alle mogelijke aroma’s te testen. Een verlangen naar verlangen zonder complicaties, een verlangen naar diepe seksualiteit. Zijn verlangen om lief te hebben, te worden genomen wanneer het gewenst is, met wie het maar wil, met meerdere liefdes tegelijkertijd. Liefde is overal om hem heen en hij wil niet ver meer zoeken. Hij wil het nu. Hij zint op ervaringen waar hij nooit van heeft durven dromen. Geen vragen over hoe samen een leven op te bouwen, over gezamenlijke projecten. Lou wordt verliefd, door sommigen beschouwd als een staat van waanzin.