Sesel

Pou nou zoli pei 
Deside pou ou pas servi en sak plastik ozordi, sa pou ede gard Sesel prop e zoli. 
Merci pou ou zefor
Management ‘Terminal Shop’


Seychelles 02

Ergens in de winter, toen de dagen kort waren en de lucht grijs, vroeg Nora of ik met haar en Sasha mee wilde. De Seychellen, zei ze, alsof het een belofte was. Ik aarzelde—niet zozeer omwille van haar, maar omwille van het idee zelf. Een bestemming kiezen was altijd al een worsteling, alsof je een verkeerde keuze kon maken, alsof vakantie een fout kon zijn. Maar de Seychellen… Dat was nieuw. Dat was een eiland dat ik nog nooit had overwogen, een plek die zich niet aan me had opgedrongen. En toch, Nora’s avontuurlijke geest, die trok me over de streep. Louka werd dertien.
De luchthaven deed denken aan Berchem, maar dan met een landingsbaan die zich als een dunne vinger aan de oceaan uitstrekte. De piloot moest goed opletten. We stapten via een smalle trap uit het vliegtuig, liepen over het asfalt, de warmte tegemoet, naar een hal die meer weg had van een voetbalkantine dan van een luchthaven.

Seychelles 03

Louka en Sasha—twee jongens die zichzelf broers noemden, hoewel ze dat niet waren. Nora kende Louka’s moeder al sinds ze kinderen waren, en zo waren de ‘broers’ samen opgegroeid, in elkaars leven verweven. Na mijn scheiding bleef ik in contact met Nora, omwille van die band. Nora had een leven geleid dat zich niet liet vatten in eenvoudige woorden: een gemengd huwelijk, België-Marokko, Frank—de liefde van haar leven—die er niet meer was, en een terugkeer naar Europa die meer voelde als een vlucht dan als een keuze. Ze was hard, maar niet kil. Eigenzinnig, maar niet onvriendelijk. Ze had een levenslust die je niet kon negeren, een manier van doen alsof de wereld haar niets kon maken, alsof ze alles al had gezien en toch nog steeds hongerig was naar meer.

Seychelles 04

En nu waren we hier. Op dit eiland. In een huis van Franse expats, mensen die Nora kende via Eric, een visser die maandenlang op de Indische Oceaan doorbracht, op jacht naar zalm. Eric en Nora—daar was iets, maar wat precies? Zij leek het niet te willen. Ik kende hem amper, maar voelde de spanning tussen hen, als een storm die nog niet was losgebarsten. Voor Nora was ik misschien de afleiding na een maand met Eric. Maar ik had niet verwacht dat ik die rol moest invullen.
Het huis dat Nora mocht gebruiken was kaal en onpersoonlijk, alsof het alleen maar diende als een tijdelijke schuilplaats. De muren waren blanke doeken, de meubels schaars en functioneel, alsof elk overbodig voorwerp was weggenomen. In de keuken flikkerde het kille, witte tl-licht, een schril contrast met de warme avonden buiten. Het leek me dat Franse expats die hier woonden, het huis haddne verlaten alsof ze wisten dat ze slechts gasten waren, tijdelijk neergestreken voordat ze terugkeerden naar Parijs en hun echte leven.

Seychelles 05

De eerste dagen waren een mengeling van zon, zand en cocktails. Louka en Sasha, onafscheidelijk, genoten van het strand alsof het het enige was wat telde. Maar ik voelde me gevangen in een ritme dat niet het mijne was. Ik wilde avontuur, niet alleen maar liggen. Ik wilde met Louka zijn, zonder de anderen, zonder de verwachtingen. Ik wilde met hem in bussen stappen, zijn verhalen horen, zijn blik zien als hij iets nieuws ontdekte. Nora reed overal naartoe in een auto die niet van ons was, langs wegen die zich slingerden door intens groen. We gingen naar het strand, stranden, witte en eindeloze. Zee, blauw en diep. Reuzenschildpadden, traag en majestueus. De stranden lagen bezaaid met kolossale rotsblokken, door de zee geslepen en gevormd, hun ruwe randen gladgestreeld door jaren van zout en branding. Het water had ze als een beeldhouwer bewerkt, tot ze stonden als sculpturen, gevormd door de eindeloze dans van golven en tijd.
Ik ging alleen op pad. Wandelen. Kinderen tegenkomen. Hun lachen, hun nieuwsgierige blikken. Maar het was niet genoeg.

Seychelles 06

Het liep slecht af tussen Nora en mij. Mijn frustratie groeide, en op een dag kon ik het niet langer verbergen. Zij gaf toe dat ze had gehoopt dat ik het avontuur zou brengen, dat ik de dingen zou veranderen. Ze had er genoeg van, die eindeloze weken met Eric op dit eiland. Ze was te lang hier geweest, had elke hoek al tien keer gezien, was het beu. Anderhalve maand.


Er bleef iets onuitgesproken hangen tussen ons, iets wat misschien nooit helemaal duidelijk zou worden. En toch, nu ik erop terugkijk, voel ik een stille dankbaarheid voor die uitnodiging, voor die weken die we hier samen doorbrachten. Ik heb het haar nooit gezegd, en dat is misschien wel mijn grootste spijt: dat ik niet duidelijk maakte hoe fijn het soms was, ondanks alles. Want tussen de frustratie en het ongemak door waren er ook momenten van lichtheid, van een aangename, bijna onbezorgde tijd die ik niet had willen missen.


Ze besloot terug te gaan naar België. Ik mocht blijven. Het huis. De auto. Een eiland dat ooit Engels was geweest, waar je links reed, waar de wegen donker waren en het tegenlicht je verblindde.

Seychelles 07

Een nacht reed ik met Louka naar de hoofdstad. Een halfuur over slingerende wegen, met tegenliggers die ons verblindden, met bussen die ons voorbij raasden. Ik voelde me nietig, kwetsbaar, alsof het eiland ons elk moment kon opslokken.
Eric was alweer vertrokken, de zee in getrokken voor nog eens vier maanden. Zijn boot, een metalen kooi die de zeebodem afschraapte, sleepte hem mee op een eindeloze jacht naar zalm—vier maanden opgesloten, zonder ontsnapping, terwijl de netten alles meesleurden wat ze tegenkwamen, onverbiddelijk, genadeloos. Soms, als de boot vol was en geleegd moest worden, kwam hij even aan wal, maar verder bleef hij gevangen in die cyclus: vissen, leeghalen, weer uitvaren. De zalm belandde direct in de fabriek, ingeblikt, klaar voor de westerse markt. Ik gruwel van het idee, van die kille efficiëntie, en in Erics ogen zag ik hetzelfde—een flard van twijfel, een schaduw die hij snel wegdrukte. “Het is mijn werk,” zou hij zeggen, en misschien was dat genoeg. Vier maanden op zee, vier maanden thuis, meestal Parijs. Hij had voor dit leven gekozen, of misschien had het leven voor hem gekozen. Het maakte niet uit. Het was wat het was.

Seychelles 08

Nora had Rastaman ontmoet, een lokale man zonder werk, zonder perspectief. Ze stelde voor dat hij toeristen naar afgelegen stranden zou brengen, dat hij vis zou vangen en koken, dat hij iets zou opbouwen. Maar hij had geen geld, geen vertrouwen. Nora kocht hem een koelbox, alsof dat genoeg was. Het was niet genoeg, hij dad geen enkel commercieel gevoel en zou uiteindelijk niet met de koelbox aanvangen. Toch bracht hij ons naar een strand, waar hij verse vis, die hij gevangen had, voor ons bakte, kokosnoten kraakte, alsof hij ons iets wilde geven dat hij zelf niet had.


Toen Nora weg was, bezocht ik hem in zijn sloppenwoning. Zijn familie. Armoede, maar ook trots. Een playstation, elektriciteit, vis die ze zelf vingen. Zijn vrouw werkte in Victoria, maar het dat was niet genoeg om een degelijk huis te kunnen vouwen. Ze leefden, maar ze leefden niet groot. Met zelf gevangen vis kwamen ze niet om van de honger. Ze leken me niet ongelukkig.

Visual Portfolio, Posts & Image Gallery for WordPress

Seychelles 09

Ik wees hem op iets wat me al dagen bezighield: waarom waren het altijd Indiërs die de winkels runden, hier op het eiland? De geschiedenis verklaarde het gedeeltelijk: de Engelse bezetting, de Indische contractarbeiders die na de afschaffing van de slavernij waren gekomen. Maar waarom, nu, decennia later, waren er nog steeds amper zwarte Creolen die zelf een zaak begonnen? Het leek zo’n voor de hand liggende manier om de armoede te doorbreken, om grip te krijgen op je eigen leven.
Zijn antwoord kwam zonder aarzelen, alsof hij de vraag al honderd keer had gehoord: “In onze gemeenschap is er geen respect voor succes. Als je een winkel opent, komen ze allemaal hun deel opeisen. Zwarten verwachten gratis te krijgen wat jij hebt opgebouwd. Je kunt niet voor jezelf houden wat je hebt.” Hij zei het niet boos, maar als een vaststaand feit, iets wat hij had geaccepteerd.
Het trof me. En toen drong het tot me door: dit was precies hetzelfde als in Matongé, in Brussel. Daar ook waren het de Indiërs of Pakistanen, die de winkels runden. Alsof de wereld, waar je ook was, dezelfde ongeschreven regels had.

Visual Portfolio, Posts & Image Gallery for WordPress