De eerste dagen waren een mengeling van zon, zand en cocktails. Louka en Sasha, onafscheidelijk, genoten van het strand alsof het het enige was wat telde. Maar ik voelde me gevangen in een ritme dat niet het mijne was. Ik wilde avontuur, niet alleen maar liggen. Ik wilde met Louka zijn, zonder de anderen, zonder de verwachtingen. Ik wilde met hem in bussen stappen, zijn verhalen horen, zijn blik zien als hij iets nieuws ontdekte. Nora reed overal naartoe in een auto die niet van ons was, langs wegen die zich slingerden door intens groen. We gingen naar het strand, stranden, witte en eindeloze. Zee, blauw en diep. Reuzenschildpadden, traag en majestueus. De stranden lagen bezaaid met kolossale rotsblokken, door de zee geslepen en gevormd, hun ruwe randen gladgestreeld door jaren van zout en branding. Het water had ze als een beeldhouwer bewerkt, tot ze stonden als sculpturen, gevormd door de eindeloze dans van golven en tijd.
Ik ging alleen op pad. Wandelen. Kinderen tegenkomen. Hun lachen, hun nieuwsgierige blikken. Maar het was niet genoeg.
Seychelles 05